De tien grote economische problemen van dit moment
1. Toenemende inkomensongelijkheid
Oorzaak: the winners take it all - accumulatie van welvaart aan de top doordat economische groei meer aan kapitaalverschaffers ten goede komt dan aan werkenden.
Effect: van een meritocratische maatschappij met gelijker wordende kansen en stijgende arbeidsproductiviteit bewegen we naar een klassenmaatschappij waarin je sociaal-economische afkomst steeds bepalender wordt voor je maatschappelijke positie en kansen en opwaartse mobiliteit bemoeilijkt worden door de groeiende kloven tussen inkomensgroepen.
2. Corporate belastingontwijking
Oorzaak: economische macht van met name internationale corporates is groter dan de democratische macht van nationale mededingingsautoriteiten, fiscus en toezichthouders, resulterend in monopoliegedrag, belastingdeals en belastingparadijzen.
Effect: het internationale bedrijfsleven ontwijkt belastingen, waardoor de belastingdruk voor werkenden relatief groter wordt en publieke investeringen in infrastructuur, kennis en onderzoek op lange termijn teruglopen - dezelfde investeringen waar het bedrijfsleven zeer van profiteert.
3. Niet in prijzen verdisconteerde externaliteiten
Oorzaak: sterke competitie op voedselprijzen en de druk op steeds maar sneller, groter en goedkoper produceren die dat teweegbrengt, sterke lobby van luchthavens en luchtvaartmaatschappijen resulterend in onnodig lage transfertarieven en onrealistisch lage kerosinebelasting, de schier onaantastbare machtspositie van oliemaatschappijen die blijven investeren in nieuwe technologieën om fossiele brandstoffen te delven.
Effect: externaliteiten die onze leefomgeving aantasten en leiden tot klimaatverandering worden niet in prijzen verdisconteerd en dit creëert een volstrekte disbalans tussen ecologische investering en onttrekking, waardoor we steeds sneller interen op de regeneratieve kracht van natuurlijke hulpbronnen.
4. Structurele zelfverrijking financiële sector
Oorzaak: hoewel banken, verzekeraars en pensioenfondsen in de eerste plaats een maatschappelijke nutsfunctie vervullen, gedragen de in de financiële sector werkzame bestuurders en professionals zich alsof zij werkzaam zijn in de commerciële sector en legitimeren zij hun structureel hoge vaste en variabele beloning op basis van behaalde financiële rendementen in plaats van gerealiseerd maatschappelijk nut.
Effect: de beloningen in de financiële sector stijgen consequent harder dan de beloningen in de publieke sector en deden dat zelfs tijdens en na de financiële crisisjaren waarin financiële instituties met staatssteun overeind gehouden moesten worden, door de te nauwe banden tussen bestuurders in de financiële sector en de politiek wordt hier onvoldoende kritische op toegezien en lukt het niet om hier met wetgeving paal en perk aan te stellen.
5. Dominantie vastgoedinvesteerders op woningmarkt
Oorzaak: door de accumulatie van inkomen bij kapitaalverschaffers, worden woningen in met name de grotere steden tegen steeds hogere prijzen als investeringsobject gekocht en wordt het voor starters op de woningmarkt steeds moeilijker om toe te treden door een eerste woning te kopen.
Effect: de dominantie van vastgoedinvesteerders op de woningmarkt leidt tot speculatie en prijsopdrijving met de mogelijkheid van bubbels die na uiteenspatting een nieuwe crisis op de woningmarkt tot gevolg kunnen hebben, waar met name de lagere inkomensgroepen de lasten van zullen ondervinden.
6. Macht van big tech
Oorzaak: door netwerkeffecten hebben de grote technologieplatformen mediamonopolies gecreëerd die bij achterblijvende publieke investeringen niet alleen leiden tot een onwenselijk grote invloed op publieke sectoren als educatie en zorg, maar ook in democratisch opzicht ontwrichtend blijken door de combinatie van data gedreven advertentieproposities en een volstrekt gebrek aan integriteit, zelfregulering en journalistiek verantwoordelijkheidsbesef.
Effect: sociale interacties en interacties in het publieke domein zijn geplatformiseerd en daardoor is iedere interactie potentieel ook een economische transactie geworden, door genoemde netwerkeffecten zijn de machtsposities van de grote technologieplatformen zo goed als onbetwistbaar.
7. Macht van big pharma
Oorzaak: door de schaalgrootte van de pharmaceutische industrie bepaalt zij de facto zelf de prijzen van medicijnen, de terugverdientijd van investeringen en het toelaatbare risicopremium.
Effect: prijzen van medicijnen zijn in te grote mate een weerspiegeling van de belangen van de pharmaceutische industrie en in te kleine mate een weerspiegeling van het publieke belang, met alle schrijnende effecten op individueel niveau tot gevolg.
8. Inzet publiek geld door private equity
Oorzaak: doordat economische groei de norm is geworden, verwachten werkenden en gepensioneerden ook inkomensgroei, hetgeen bij lage rentestanden alleen mogelijk is door hoogrisico-investeringen - waardoor pensioenfondsen het toelaatbaar achten om publieke gelden beschikbaar te stellen aan private equity.
Effect: het op steeds grote schaal overnemen van bedrijven, het met schulden opzadelen van deze overgenomen bedrijven en het uitkeren van hoge dividenden onttrekt steeds meer geld uit de reëele economie, maar creëert geen duurzame waarde voor diezelfde economie.
9. Uitbuiting laaggeschoolde arbeidsmigranten
Oorzaak: de arbeidsmarkt is geflexibiliseerd en daar profiteren met name werkgevers van met de inzet van laaggeschoolde arbeidsmigranten, die in bijvoorbeeld de logistieke sector zonder ook maar enige zekerheid op oproepbasis worden ingezet tegen de laagst mogelijke beloning.
Effect: arbeidsmigranten worden binnen de kaders van de wet uitgebuit en kunnen daardoor in één van de welvarendste landen ter wereld geen volwaardig menselijk bestaan opbouwen.
10. Private bewindvoerders van mensen met schulden
Oorzaak: het aantal mensen met schulden is de afgelopen decennia sterk toegenomen en zij zien zich gedwongen om bij schuldsanering gebruik te maken van private bewindvoerders, die een perverse prikkel hebben om mensen in de schulden zo lang mogelijk in de schulden te houden.
Effect: eenmaal in de schulden is het steeds moeilijker geworden om uit de schulden te komen, waardoor de armste inkomensgroepen er in financieel opzicht steeds verder op achteruitgaan.